ABN AMRO helpt klanten via dochterondernemingen in het buitenland om af te schermen dat ze eigenaar zijn van vennootschappen in belastingparadijzen. Dat hebben Trouw en het Financieele Dagblad (FD) maandag bekendgemaakt op basis van de Panama Papers die zij in bezit hebben.

De buitenlandse dochters van ABN treden op als aandeelhouder in naam om te verhullen wie de echte eigenaren van het bedrijf zijn, zogeheten nominee shareholders. Zo treedt het ABN AMRO-bedrijf Martello op als aandeelhouder van 25 vennootschappen op de Britse Maagdeneilanden. De bank heeft minimaal nog vijf dochterbedrijven die zulke diensten aanbieden.

Volgens de dagbladen is ABN de enige grote Nederlandse financiële instelling die nominee shareholdership nog aanbiedt. ING en Rabobank zouden daar jaren geleden al mee gestopt zijn. De internationale antiwitwasorganisatie FATA stelt dat het op die wijze afschermen van aandeelhouders een verhoogd risico op misbruik met zich meebrengt.

Legale constructies

Een woordvoerder van ABN liet desgevraagd weten dat alle activiteiten van de bank ,,regulier en gereguleerd” zijn. De betreffende vennootschappen zijn voor klanten opgezet en voldoen altijd aan lokale en internationale wet- en regelgeving. De bank kan zich dan ook geenszins vinden in de suggesties die zijn gewekt. ,,ABN werkt nooit mee aan belastingontduiking”, zo benadrukte de woordvoerder.

Eerder dook de naam van ABN-commissaris Bert Meerstadt op in de Panama Papers, die na die onthulling per direct terugtrad. Topman Gerrit Zalm zei toen de feiten achter het vertrek van zijn commissaris niet te kennen, maar benadrukte dat de bank zich aan de wet houdt. Dat Meerstadt in de Panama Papers voorkomt, wilde volgens hem niet zeggen dat de bank er ook bij betrokken is. ,,Wij zetten geen buitenlandse structuren op voor klanten”, zo liet hij optekenen.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl